Home / columns-ai / Je koffiezetapparaat laten schrikken

Je koffiezetapparaat laten schrikken

zondag 10 oktober 2010

“Ik heb er niet om gevraagd om gecreëerd te worden: niemand heeft mij iets gevraagd, of rekening gehouden met mijn gevoelens hierover. I denk dat het niet eens bij ze is opgekomen dat ik gevoelens heb.” [1] Dit zijn de gedachten van Marvin, de depressieve robot uit Douglas Adams’ Hitchhiker’s guide to the galaxy. Marvin is gecreëerd met Genuine People Personality technology en is dus een robot met emoties. Maar die emoties lijken Marvin niet echt te helpen. Het idee dat lichamelijke toestanden zoals emoties de ratio in de weg staan komen we al tegen in het rationalisme van Descartes, in de eerste helft van de zeventiende eeuw. Descartes stelde dat we echte waarheden, zuivere kennis, slechts kunnen verkrijgen door onze geest te gebruiken. Onze zintuigen, ofwel ons lichaam, zijn niet te vertrouwen. Descartes zou dan ook maar wat verbaasd zijn als hij zou horen dat onderzoekers in AI proberen emoties te modelleren, zodat we machines kunnen maken die beslissingen nemen op basis van emoties. Dat kan alleen maar tot ellende leiden.

Tegenwoordig overheerst echter binnnen cognitiewetenschappen het idee dat lichaam en geest niet los van elkaar beschouwd kunnen worden. Het is waar dat ons lichaam ons soms op een verkeerd spoor kan zetten – wanneer twee mensen elkaar op een winderige dag tegenkomen op een hangbrug bestaat er een reële kans dat ze de lichamelijke opwinding die ontstaat als gevolg van angst veroorzaakt door het wiebelen van de brug interpreteren als verliefdheid[2] – maar vaker nog helpen onze gevoelens ons om een slimme beslissing te nemen. Een uitgebreid bestudeerde casus in de psychologie is het geval van Phineas P. Gage[3] die op wonderbaarlijke wijze een ongeval overleeft waarbij een ijzeren staaf zijn hoofd doorboort en pas 30 meter verderop op de grond terecht komt. Gage herstelt lichamelijk bijna volledig van het ongeval. Ook mentaal lijkt er in eerste instantie niets met hem aan de hand te zijn: zijn taalbeheersing, kennis en vaardigheden waren intact gebleven en de sensorische delen van zijn hersenen bleven ook onbeschadigd; hij kon spreken, handelen, denken, voelen, horen en zien. Toch was er iets raars met Phineas aan de hand. Het leek alsof hij zichzelf niet meer was. Werd hij voor het ongeluk door zijn baas nog omschreven als de meest capabele man op de loonlijst – Phineas werkte in de zomer van 1848 als voorman aan de Rutland-Burlington spoorlijn en had daarbij de leiding over een grote groep arbeiders – na het ongeluk was hij ondanks zijn volledige lichamelijke herstel niet meer in staat zijn baan te behouden. Phineas stond voor het ongeluk bekend als een rustige, berekenende man met een groot doorzettingsvermogen. Na het ongeluk was hij rusteloos, onbeleefd,  respectloos en maakte hij allerlei plannen die hij weer verwierp nog voordat hij aan de uitvoering ervan was begonnen. Phineas leed aan wat we nu kennen onder de naam frontaal syndroom. Frontaal syndroom tast de intelligentie van een patiënt niet aan, wel tast het de totstandkoming van emoties aan. Volgens Descartes zou Phineas Gage dus de ideale rationele man zijn, maar de ervaring leert dat Gage juist erg onverstandige, roekeloze beslissingen nam.

Een slim apparaat luistert dus naar zijn gevoelens. Als je naar je hoofd geslingerd wordt dat je een waardeloos ding bent omdat je de koffie altijd veel te sterk maakt, dan kan je je als koffiezetapparaat maar beter nederig opstellen, je excuses aanbieden en een poging doen om de koffie wat minder sterk te maken ook al heeft je eigenaar de knop voor extra sterke koffie weer eens per ongeluk ingedrukt. Angst is in dit geval absoluut geen slechte raadgever. Angst ontstaat echter als gevolg van een lichamelijke reactie op een situatie; het adrenaline gehalte in ons bloed stijgt, onze hartslag versnelt en onze spieren spannen zich aan zodat we erop zijn voorbereid om ons te verdedigen of om te vluchten[4]. Deze evolutionair gezien voordelige reactie op een gevaarlijke situatie zorgt vervolgens voor een gevoel van angst. Maar een koffiezetapparaat heeft geen bloedvaten, geen hart en geen spieren. Dus hoe kan een koffiezetapparaat dan angst voelen? Het lijkt enigszins omslachtig om dan elk huishoudelijk apparaat maar te gaan voorzien van kunstmatige bloedvaten en kunsthart en kunstspieren. Bovendien hebben we dan alleen nog maar de ingrediënten die nodig zijn voor een goede portie angst. Emoties zoals blijdschap en verdriet leunen weer op hele andere lichaamsdelen. Maar als we apparaten niet gaan voorzien van een lichaam waarmee ze kunnen voelen, dan moeten we die gevoelens op een abstracte manier gaan modelleren, als interne toestand van de machine. Daarbij moeten we uitkijken dat we niet te ver abstraheren van de subtiliteiten die vaak schuilen in menselijke emoties. Ook voor een koffiezetapparaat moet angst om er niet in te slagen je eigenaar tevreden te houden kwalitatief verschillen van bijvoorbeeld angst als gevolg van brand. Een koffiezetapparaat moet niet vluchten als de eigenaar kwaad wordt, noch moet het trachten wat minder sterke koffie te zetten wanneer het huis in brand staat. Emoties kunnen apparaten dus helpen om betere beslissingen te nemen, maar een te simplistische implementatie kan onwenselijke situaties opleveren. Bovendien moeten we er natuurlijk ook rekening mee houden dat niet alle emoties altijd even nuttig zijn. Het kan in een boek of film dan misschien erg goed werken, in het echte leven hebben we niet zoveel aan een depressief koffiezetapparaat dat geen zin heeft om koffie te zetten, omdat het twijfelt aan het doel van zijn bestaan.

[1] Vrij vertaald uit Douglas Adams, from Fit the Twelfth (radio serie)

[2] Dit is de conclusie van een onderzoek van Donald G. Dutton en Arthur P. Aron en is beschreven in het artikel “Some evidence for heightened sexual attraction under conditions of high anxiety” dat is gepubliceerd in Journal of Personality and Social Psychology, 1974, Vol. 30, No. 4, p. 510-517.

[3] Het geval van Phineas P. Gage is uitgebreid beschreven in Antonio R. Damasio, De vergissing van Descartes, zesde druk, 2006, Wereldbibliotheek Amsterdam

[4] Dit wordt ook wel de James-Lange theory of emotions genoemd.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *